Glenda Raap nieuwe voorzitter vFAS
Advocatuur blijft meebewegen met actualiteit in en van maatschappij
Den Haag< – 29 maart 2023 – Het bestuur van de Nederlandse vereniging van Familie- en erfrecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS) heeft Glenda Raap gekozen als nieuwe voorzitter. Raap volgt Alexander Leuftink op, die na twee termijnen de voorzittershamer overdraagt. De officiële overdracht vond plaats tijdens het jaarcongres van de vFAS op 20 april in Den Haag.
Alexander Leuftink, oud-voorzitter van de vFAS: “In de acht jaar dat ik voorzitter ben geweest, zijn er behoorlijk wat ontwikkelingen in de markt geweest waarop we hebben ingespeeld. Het inspelen op wat er in Den Haag en in de maatschappij gebeurt en er actie op ondernemen wanneer het onze leden of de (mogelijke) cliënten van onze leden raakt, is waarom ik deze functie altijd met veel plezier heb vervuld. Ik kijk terug op een aantal mooie jaren. Ik geef de voorzittershamer met veel vertrouwen door aan Glenda Raap, een vertrouwde collega binnen onze vereniging die dit jaar twintig jaar bestaat.”
Porseleinen jubileum
Inspelen op ontwikkelingen in de maatschappij is voor de vFAS een van de kernpunten geweest in haar twintigjarig bestaan. Al bij de oprichting is mediation bij scheiding en bij erven één van de prioriteiten geweest. De voor de leden verplichte opleiding hiervoor is door vFAS – in samenwerking met IMFO – speciaal ontwikkeld. Gezien de internationalisering in de maatschappij is er een opleiding Internationaal Privaatrecht ontwikkeld.
Verbinding
Glenda Raap, nieuwe voorzitter vFAS: “Het meebewegen met de actualiteit en de maatschappij is voor ons als beroepsgroep essentieel. De combinatie van juridische kennis en soft skills is wat de vFAS advocaat-mediator in zowel een scheidingszaak als erfeniskwestieonderscheidt.. Het zijn netelige aangelegenheden die je het liefst bij één persoon wilt onderbrengen; een deskundige die ook de verbinding met andere expertises aangaat, daar waar nodig. De komende vier jaar ga ik aandacht geven aan meer interdisciplinaire samenwerking.”
